woensdag 29 december 2010

Houd de dief

De kerstdagen hebben we weer overleefd.  We hebben een kerstmaaltijd voor tweeëndertig man bereid. Maandag is het opruim dag. Het hele huis kan weer terugverbouwd, alle extra stoelen opgeruimd,  alle geleende  etensspullen teruggebracht en de garage weer leeg gemaakt. Ik zie het niet zitten om vandaag te vertrekken naar Tilburg naar de oliebollentocht. Er moet thuis teveel gebeuren en ik ben ook bekaf van al het rennen gisteren….

’s Middag moet Christiaan terug naar Groningen. Sander heeft een nieuwe broek nodig en Dineke wil de stad nog wel even in.  Christiaan rijdt ons keurig naar Leeuwarden en voor het station stapt iedereen uit. Het plan is dat ik de auto parkeer en dan naar de broeken winkel loop. Als ik de auto geparkeerd heb, heb ik wel even zin om wat te doen met het luie lijf. Dus ik loop hardlopend de stad in. Als ik bij de broeken winkel ben, zijn Dineke en Sander nergens te bekennen. Ik blijf maar even buiten staan wachten.

Opeens rent een meisje als een kieviet voorbij. Dan loopt een wat dikkige man achter haar in maatpak. Het meisje rent keihard weg en de man loopt rood aan maar kan haar niet houden. Ik sta te aarzelen. Maar zo onweerstaanbaar een rennende poes is voor een hond zo onweerstaanbaar is een meisje wat hard loopt voor mij. Voor ik er redelijk over nagedacht heb vlieg ik er achteraan.  Ik haal de man meteen  in en zeg tegen hem: “Conditie is alles, waar is ze?” ”In de steeg” roept hij. Hij put nieuwe moed uit mijn hulp en ik vlieg de steeg in. Op dat moment kom ik op snelheid en sprint achter het meisje aan. Binnen twee tellen heb ik haar te pakken en neem haar bij de arm. “Die meneer wil je wat vragen, loop je even mee”. “Laat me gaan, ik smeek het je, Laat me gaan, ik smeek het je” zegt het meisje. “Sorry”, zeg ik “Dat moet je eerder bedenken”.

Als ik bijna bij de man ben begint ze te gillen. “Hij zit aan mij, ik ga aangifte doen..”enz. Ik lach haar vierkant uit en breng haar naar de man. Nu begint ze heel bang te doen en de winkelbediende zegt tegen mij “Bedankt,  ga maar weg, ik red me er wel mee”. Grinnikend loop ik weg, die griet heeft wel lef. Nog geen vijf tellen later zie ik de man alleen terug komen.  “Wat nou” vraag ik. “Ik durfde haar niet mee te nemen daar krijg ik heel veel gedoe van.” Hij laat het meisje dus wegkomen met de tas vol gestolen spul. Ik sta werkelijk paf, hier kan ik niet bij! Je gilt wat en je komt er nog mee weg ook....?

Hoofdschuddend loop ik naar de winkel. Dineke komt net aanlopen en ik vertel het verhaal. In de winkel zeggen ze dat ze vrijwel machteloos zijn. Als we afrekenen moet ik het verhaal nog een keer vertellen aan de jongen die de kassa bedient. Als ik vertel dat ze begon te brullen “Hij zit aan mij” vraagt hij “en, was het wat?”. “Shit”, roep ik “had ik het nu maar echt gedaan…. ;- )!!!"

vrijdag 17 december 2010

Omgekieperd


Vandaag moest ik voor wat boodschapjes naar Leeuwarden. De Quest is onhandig in de binnenstad, dus die heb ik op het werk gestald. Als ik terugkom drink ik op mijn gemak een dubbele espresso en trek de fietskleren weer aan. De trui is op de kachel gedroogd en voelt lekker warm aan.

De helling van de kelder fiets ik zo op. Dan is het altijd even uitkijken of je de weg op kunt draaien. Ik laat de fiets naar beneden rollen van de stoep. Voor ons bedrijf hebben ze de stenen van de weg vervangen door betonnen platen. De binnenstad van Leeuwarden staat al maanden op de kop. Er wordt namelijk op het Zaailand een nieuwe parkeergarage gebouwd. Boven op de parkeergarage komt een gebouw. De betonnen platen kunnen de zware vrachtwagens verdragen die het bouwmateriaal komen aanleveren.

De betonnen platen zijn bedekt met zwart ijs en dat zie ik niet aankomen. Bovendien ligt de weg er scheef in voor de afwatering. Als ik voorzichtig de weg op draai breekt de achterkant uit. Even denk ik dat ik weer in het spoor kom, maar dan breekt de fiets opnieuw en nog harder uit. Ik hoop dat de fiets doorslipt en dat het met een sisser afloopt. Plotseling houdt het ijs echter op en dan blokkeert de fiets. Er is er geen houden meer aan, zonder snelheid rol ik om. Ik lig te brullen op straat. Mensen komen aansnellen: “Gaat het wel?” vragen ze: “Nee!” roep ik. “Wat dan?” “Ik heb niets kapot maar mijn fiets op straat, dat doet zeer!!”. Ik blijf hangen met mijn schoen en krijg hem niet los. Een mevrouw is zo aardig om door het voetgat het knopje in te drukken van de fietsschoen. Eindelijk schiet het bandje los. Er staan nu vijf mensen om me heen die de fiets en mij omhoog helpen. Ik kan alleen maar ontzet kreunen en scheld alles bij elkaar. Ondertussen loop ik met een schoen en een sok wat te ijsberen…. Bah bah, bah…. Gelukkig draag ik een helm ;-(. Die vangt trouwens wel mooi het klapje voor me op.

Als ik de schade bekijk valt het allemaal erg mee. De spiegel ligt eraf maar dat kan gemaakt worden. Het tape is op twee plekken beschadigd en er zijn een aantal lichte krassen op de body. Ik stond ook bijna stil. Het is niet te geloven hoe knullig dit ging. Ik sla mezelf voor het hoofd maar ik kon er tegelijk niets aan doen. Hoe vaak race ik niet met een supervaart door allerlei shit heen. Dat gaat eigenlijk altijd goed. Nu sta ik bijna stil, doe ik extra voorzichtig, en toch rol ik om….

Vanmiddag het spiegeltje weer gemaakt. Het pootje in de bankschroef rechtgebogen. Om het pootje heb ik een Engelse sleutel vastgedraaid net voor het kogeltje. De spiegel zet ik op een houtje en nu draai ik de lijmklem vast bij de punt van de Engelse sleutel. Nu kan ik de sleutel als hefboom gebruiken en duw het kogeltje weer in het kommetje van het spiegeltje.

Na 23.625 kilometer voor de eerste keer omgerold. Jammer maar het is niet anders…

vrijdag 10 december 2010

Assen


Vorige week vrijdag zou ik naar Assen. “Even” een boek naar mijn broer brengen. Toen ik ’s ochtends opstond lag er een dik pak sneeuw. Vorige week ben ik lekker thuis gebleven. Boekje lezen, beetje viool studeren, muziekje aan en koffie leuten met Dineke. Kortom een “vervelende” dag…

Vandaag is het weer vrijdag. De vrije dagen moeten op dus ik heb alweer vrij. En vandaag dooit het toch? Kan ik nu wel even naar Assen fietsen…

Vanochtend op mijn gemakie de fiets klaargemaakt. Een liter hete thee in de thermoskan. Een liter sportdrinken in de fles, brood mee en op weg. Drinken in de kou is altijd moeilijk. In de kou zweet je net zo hard als anders maar door het koude drinken is het heel moeilijk om voldoende vocht binnen te krijgen. Meestal berg ik de thermoskan achterin op, maar nu houd ik hem bij de hand. Dan kan ik, als de fiets stilstaat, de warme drank naar binnen slobberen.

Om half negen fiets ik weg. Het is wel koud, en de plassen van gisteravond zijn stijf bevroren op de weg, maar ik maak me geen zorgen. Het gaat immers flink dooien. In Buitenpost ben ik zomaar. Dan op weg via het Van Starkenborgkanaal naar Gaarkeuken. Als ik de brug overga moet ik naar het fietspad. Het fietspad is stijf bevroren en helemaal wit. Na twee keer uitgegleden te zijn ga ik maar op de weg fietsen. Niet te dicht aan de kant zodat automobilisten me zien rijden. Een vrouw blijft achter me en doet haar alarm lichten aan. Ze gaat naast me rijden en doet het raam naar benden: “Wil je dood?”, brult ze boos. Ik roep “Het fietspad is niet gestrooid”. De vrouw ziet het witte pad en rijdt door. Het wordt steeds erger en erger. De autowegen zijn nu ook niet meer gestrooid. Steeds langzamer ploeg ik verder.

In Rolde haal ik bij de winkel een tros bananen en een zak krentenbollen. De vrouw vraagt hoe ik in een trui kan fietsen. Ik vertel dat ik overdekt fiets. Ik vertel dat de wegen waardeloos zijn. De fietspaden zijn niet gestrooid en de autowegen zijn niet veel beter. Volgens de Bakkersvrouw heeft het gisteravond gesneeuwd, geregend en gehageld. Ze konden het werk niet aan….

Oke, kom op even doorzetten en hopen dat mijn broer, of zijn vrouw er is. Vlak voor Assen is helemaal niet gestrooid en fiets ik in het laagste verzet de brug op. Zonder te slippen kom ik boven. Natuurlijk is er niemand thuis. Tijd voor de tovertruc. Een set droge kleren, en thee naar binnen gieten. Boek door de bus, fiets gekeerd en daar gaan we weer.

Op de terugweg moet ik opnieuw 40 kilometer door de sneeuw ploegen. Tussen de auto sporen ligt een harde ijslaag op de weg. Als een vrachtwagen me tegemoet komt zit mijn bril onder de spetters. Met mijn theedoek wrijf ik hem schoon. Ik tik de ijsrand aan en kom in een slip en maak een rare schuiver. Gelukkig komt er niemand aan. Na Gaarkeuken denk ik dat het beter wordt. Maar het tegendeel is waar. Ik kom helemaal niet vooruit en haal net nog 14 kilometer per uur. Dat is een lekke band ik weet het zeker. Bij een café stop ik. Ik voel de banden, linksvoor is hard, dan is het dus rechtsvoor…. Mmm is ook hard. Nee! Niet de achterband. Maar die is ook hard! Brrr, ik geloof dat ik leeg ben. Snel eet ik twee krentenbollen en een banaaan. Drink mijn thee en het laatste stuk is bikkelen. Een stukje trappen en dan laten uitrijden.

Het ploegen door de sneeuw heeft de nodige energie gekost. Ik ben blij dat ik thuis ben. Toch weer 160 kilometer gefietst. Een warme douche een kan thee en schone kleren doen wonderen.  Trots lever ik mijn vier sets natte kleren bij Dineke in. Die is er natuurlijk maar wat blij mee ;-) Een held stinkt tenslotte....





woensdag 8 december 2010

Schaatsen op het Dokkumer EE



Vanochtend om half negen vertrokken achter huis. Sander wil naar Leeuwarden schaatsen en Dineke wil liever niet dat hij alleen gaat. Ach, ik offer wel een paar Quest kilometers op om mee te schaatsen…

We hebben bedacht om met het eerste licht te vertrekken dan zien we in ieder geval de wakken. Beide hebben we twee ijspriemen in de hand en een rugzak met droge kleren. De kleren zitten in een waterdichte tas zodat ze niet nat worden als we verder mogen zwemmen...


Door de rijp is Friesland veranderd in de witte sprookjes wereld van een kerstkaart. De rijp hangt heel dik aan de bomen. Rustig schaatsen we naar Leeuwarden. Het ijs klinkt als muziek onder onze schaatsen. Er zijn een paar spannende stukjes maar nergens hoeven we eraf. Tergracht, Bartlehiem, Tichelwurk en Wyns het ijs is overal dik genoeg. Bij Tichelwurk halen we een eenzame hardloper in. "Wat krijgen we nou?" roept hij. "Dit ben ik niet gewend."

Beroemde bruggetje van Bartlehiem





Leeuwarder bos

Vlak voor Snakkeburen, het begin van Leeuwarden, begint het ijs harder te kraken. We stoppen, en trekken onze schoenen aan en lopen het laatste stuk. Als we over het jaagpad lopen komen we een hondenbezitter tegen. "Zijn jullie komen schaatsen?" "Ja" roepen we tegelijk "Ahme nooit niet.." zegt de man. Sander zegt "We komen uit Burdaard.". "Jongens ik ben trots op jullie!!". Helemaal blij lopen we verder.

Missie geslaagd. Voor het eerst in jaren konden we weer naar Leeuwarden komen op de schaats!!


maandag 6 december 2010

Mist en Vorst

Vanmiddag verdrijft de mist het laatste licht. Plotseling wordt het wel erg snel donker. Op mijn werk twijfel ik, de korte of de lange route. Toch maar de lange route maar dan niet door het bos. Daar strooien ze niet.

De bril meteen maar in de brillenkoker gestopt want tegen zulke dikke mist is hij niet opgewassen. Door de stad valt het door de vele lantaarnpalen nog wel te doen. Buiten de stad raak ik helemaal gedesoriënteerd. De hele weg let ik scherp op wanneer de haakse bocht komt. Maar plotseling doemt het stoplicht van Stiens op. De vier haakse bochten heb ik totaal gemist, ik snap nog steeds niet hoe ik dat gehad heb. Tussen Hijum en Stiens gebeurt weer hetzelfde. Als de afslag naar Bartlehiem komt twijfel ik. Ga ik hier twee keer per dag langs? Dit moet hem wel zijn maar hij komt zo snel?

Gelukkig draai ik op tijd de bocht in en zit ik goed. Op het stuk naar Bartlehiem beginnen mijn wimpers te plakken. Een keer plakt mijn oog bijna dicht. Als ik voorzichtig voel, zit er allemaal ijs. Het laatste stuk is nog even heel mistig en koud maar dan ben ik er.

Sander is uit Leeuwarden komen fietsen en is net thuis. Hij is een “rijp” man. Zelf ben ik ook aardig bevroren. Samen ontdooien we op de bank, onze stijve kaken ontdooien langzaam....